Elk project start met een verkenningsfase. Dit is de fase waarin je jezelf afvraagt: wat wil ik nu precies?

• In deze fase verzamel je informatie (feiten en cijfers). Dit kan via de Omgevingsatlas, beleidsstukken, en inspiratiedocumenten.

• Dit is ook het moment om een adviseur in de arm te nemen, bijvoorbeeld iemand gespecialiseerd in ruimtelijke ontwikkeling. Een adviseur kan je vertellen welke informatie in deze fase belangrijk is.
   
• Weet je wat je wil? Dan kun je contact opnemen met de gemeente Winterswijk. Dit kan met een conceptaanvraag via het omgevingsloket.
   
• Je conceptaanvraag komt bij de intaketafel van de gemeente.
   
• De gemeente verzamelt de kaders (regels en beleid) waar je rekening mee moet houden. Vindt de gemeente jouw idee kansrijk? Dan ontvang je een procesafsprakenbrief over de kaders. Daarin staat ook welke vervolgstappen nodig zijn, bijvoorbeeld een onderzoek.
   
• Met de kaders maak je wat je wilt duidelijker en completer.

Hierna ga je naar de ontwerpfase.

Binnen de kaders van de gemeente maak je een ontwerp.

• In je ontwerp maak je duidelijk hoe jouw plan eruit ziet.
  De gemeente vraagt veel aandacht voor ruimtelijke kwaliteit. Vanuit erfgoed kijken we vooral naar het verhaal van de plek. Is dat verhaal nog goed zichtbaar en beleefbaar? Het verhaal van de plek moet worden hersteld of versterkt. Je kunt bij een boerenerf bijvoorbeeld denken aan het herstellen of terugbrengen van landschappelijke structuren, zoals houtwallen, historische paden en boomgaarden. Of denk aan het herstellen van karakteristieke gebouwen, zoals kippenhokken, waterputten en bakovens. Als erfgoedteam denken we graag met je mee waar je inspiratie kunt opdoen en informatie kunt vinden voor je ontwerp van het (landschaps)inrichtingsplan.
   
• Je betrekt in deze fase ook jouw omgeving bij je plan, bijvoorbeeld je buren. Dit proces heet participatie.
   
• Je deelt je ontwerp met de gemeente.
  Naast interne adviseurs en de onafhankelijke Commissie Omgevingskwaliteit, geven  ook adviseurs van buiten de gemeente advies over de haalbaarheid van je ontwerp. Denk bijvoorbeeld aan de Provincie, de Omgevingsdienst en de Veiligheidsregio. Soms moet je onderzoek laten doen, zoals naar geluid, bodem, flora en fauna.
  Deze stap kan meerdere keren plaatsvinden om je ontwerp te verbeteren. Als het nodig is, volgt daarna een principe-uitspraak van het college over jouw ontwerp.

Hierna maak je je ontwerp definitief en dien je een aanvraag in via het omgevingsloket.

De gemeente beoordeelt jouw aanvraag en neemt een besluit.

• Wordt jouw aanvraag goedgekeurd?
  Dan krijg je een omgevingsvergunning.

Je kunt nu je plan uitvoeren.

• Kijk hierbij goed naar de omgevingsvergunning: aan welke voorwaarden moet je voldoen?
   
• Meld de start van de uitvoering bij de gemeente! Dit staat ook in de brief die je bij de vergunning krijgt.